Oedeemtherapie

Lymfoedeem kan primair (aangeboren) of secundair (door ziekte of trauma) ontstaan zijn. Secundair lymfoedeem komt het meest voor. Hierbij is sprake van een beschadigd lymfestelsel. Deze beschadiging kan zijn ontstaan door bijvoorbeeld een operatie of bestraling. Ook kan het zijn dat er lymfeknopen zijn verwijderd waardoor het vocht niet goed meer kan worden afgevoerd en er vochtophopingen ontstaan. Oedeem kan een moe of zwaar gevoel geven in armen en/of benen.

Oedeemtherapie wordt toegepast bij patiënten die last hebben van vochtophopingen. Deze vochtophopingen kunnen ontstaan door verschillende oorzaken. Oedeemtherapie is een combinatie van manuele lymfedrainage (massagetechniek), ambulante compressietherapie (zwachtelen), pneumatische compressie , lymfetaping, speciale oefentherapievormen, ademhalingsoefeningen en voorlichting over leefwijze en verzorging. Dit kan ondersteund worden met het aanmeten en dragen van een therapeutisch elastische kous.

Oedeemklachten kunnen een invaliderende uitwerking hebben indien er niet tijdig wordt gestart met therapie. Belangrijk daarbij is de (subjectieve) waarneming van de patiënt (zwaar en/of moe gevoel in de arm, veranderingen in beweeglijkheid) en een objectieve meting van de arm (omvangsmeting). Veranderingen in omvang kunnen reden zijn om de patiënt regelmatiger te controleren of zelfs de oedeembehandeling te starten.

De behandelingen bestaan uit een uitgebreide intake waarbij, behalve het aangedane lichaamsgebied, ook een algeheel huidtherapeutisch onderzoek plaatsvindt. Zoals reeds aangegeven voor een optimaal resultaat dient oefentherapie een vast onderdeel te zijn van de behandeling.